In mei 2025 leek er vooruitgang geboekt met de herwerking van nieuwe minimumdoelen voor basisonderwijs. Intussen heeft het Vlaams Parlement echter enkele cruciale doelen geschrapt, waarbij het advies van de expertengroep niet werd gevolgd.

De nood om te kunnen zwemmen voelde maatschappelijk nooit groter, en net nu wordt er nog een minimumdoel geschrapt ten opzichte van de minimumdoelen van 1997! Hierdoor ontstaat binnen de actoren van het werkveld van de bewegingsopvoeding een groot onbegrip en diepe teleurstelling. Het water staat ons aan de lippen. Het advies van de expertengroep die de minimumdoelen met veel aandacht voor concrete, heldere en meetbare doelen opstelden, wordt met deze afgeslankte versie volledig in de wind geslagen. De afgezwakte minimumdoelen (t.o.v. deze van 1997) leiden tot verlies van onderwijskwaliteit. Een inhaalbeweging voor meer zwemwater kwam er al dankzij het kabinet sport, maar de minimumdoelen volgen niet. De nieuwe eindtermen die nu beslist worden gaan niet over het verleden of heden maar over de toekomst. Een toekomst waarin we de kinderen moeten bekwaam maken in basiscompetenties voor waterrecreatie in de brede zin.

Minimumdoel in 1997:

• Leerlingen zich ongeremd en spelend kunnen bewegen in het water.

• Leerlingen zich veilig voelen in het water en kunnen zwemmen.

Voorstel minimumdoel juli 2025 (gecommuniceerd naar buitenwereld vanuit expertengroep o.l.v. Professor Muijs)

7.1.6 De leerlingen kunnen in bewegingscontexten in het diepe water:

• 50m aansluitend en doelmatig voortbewegen zonder hulpmiddelen in een aangeleerde zwemslag;

• drijven, watertrappelen, en roteren rond de lichaamsas.

Minimumdoel september 2025 (na goedkeuring Vlaams Parlement)

7.1.6 De leerlingen voelen zich veilig in het water en kunnen zwemmen zonder hulpmiddelen.

Waar de lat bij andere leergebieden hoger gelegd wordt en duidelijk gespecifieerd wordt; krijgen we voor schoolzwemmen een weinig objectief en meetbaar minimumdoel, en dit enkel voor het lager onderwijs. Terwijl men zelf volgende eisen vooropstelt: “De nieuwe minimumdoelen zullen eenduidig interpreteerbaar, consistent en coherent zijn. Het is belangrijk dat de minimumdoelen helder en toepasbaar zijn voor leerkrachten en de rest van het onderwijsveld. Ze moeten haalbaar zijn en helder te evalueren.”

Als vertegenwoordiger van het werkveld vonden we het voorstel tot minimumdoel aanvaardbaar omdat er sprake was van enkele specifieke basisvaardigheden, zwemstijlen en afstand. Nu wordt dit herleid tot slechts één zin die voor interpretatie vatbaar is. We blijven zelfs niet ter plaatse trappelen wat betreft de minimumdoelen voor ons werkveld, het schoolzwemmen gaat kopje onder!

Als vakvereniging pleiten we een aanpassing en uitbreiding van de huidige minimumdoel voor zwemmen, zodanig dat deze voor bewegingsonderwijs (LO) ook vooruitstrevend, meetbaar en een eenduidig interpreteerbaar zijn!