Wetenschappelijke opinie: no education without physical education.

Peter-Iserbyt.jpgvrijdag 28 augustus 2020

Onderwijsexpert Wouter Duyck suggereerde recent in de media dat het afwijken van lessentabellen aangewezen is wanneer er bepaalde leerachterstanden bij kinderen vastgesteld worden. Zo liet hij optekenen: «Blijkt er een probleem met lezen in het tweede leerjaar? Wijk dan af van de vaste lessentabellen. Spendeer meer uren aan lezen en verminder bijvoorbeeld tijdelijk de lessen LO.» We vroegen twee gerespecteerde leden van BVLO om een beargumenteerde reactie op deze uitspraak.

Prof. dr. Peter Iserbyt

Hoofddocent Educatieve Master Lichamelijke Opvoeding aan de KU Leuven

Met verminderen wordt hier dus eigenlijk afschaffen bedoeld, aangezien in zowel lager als secundair onderwijs gemiddeld slechts twee lesuren per week voor lichamelijke opvoeding gereserveerd worden. Het reduceren of afschaffen van lichamelijke opvoeding om leerachterstanden in andere domeinen weg te werken is eerder al uitgeprobeerd en was niet succesvol. In de Verenigde Staten werd, onder invloed van de ‘No Child Left Behind Act’ in 2002 lichamelijke opvoeding in vele deelstaten gereduceerd of zelfs geschrapt ten voordele van vakken zoals lezen en wiskunde. Een daarop volgende studie met meer dan 500 lagere scholen in Virginia vond dat een reductie van lesuren LO de schoolse prestatie van kinderen in andere domeinen niet deed stijgen. Integendeel, een longitudinale studie met 5.136 kinderen van het Amerikaanse ‘Centers for Disease Control and Prevention’ (CDC) toonde aan dat een verhoging van de lestijd voor lichamelijke opvoeding de prestatie van meisjes in wiskunde en lezen significant bevorderde.

Lichamelijke opvoeding is een schoolvak erop gericht om schoolgaande jeugd kennis, vaardigheden en attitudes aan te leveren die hen helpen om (levenslang) fysiek actief te zijn. In een tijd waarin de Wereldgezondheidsorganisatie obesitas bij schoolgaande kinderen als één van de grootste uitdagingen voor de publieke gezondheid beschouwt, is het overwegen om lichamelijke opvoeding te reduceren niet verstandig. Na aftrek van omkleden en instructietijd leveren kwalitatieve lessen lichamelijke opvoeding ongeveer dertig minuten matig tot intense fysieke activiteit. Dit is de helft van wat aanbevolen wordt voor kinderen en adolescenten tussen 5 en 17 jaar.

Vele ouders hebben hun kinderen nog nooit zoveel weten zitten, liggen, of hangen als tijdens de coronacrisis. De motorische achterstand die vele kinderen in deze lange periode van fysieke inactiviteit hebben opgelopen is dramatisch, en verdient zeker evenveel aandacht als de cognitieve achterstand. Leerkrachten lichamelijke opvoeding wacht hier een belangrijke taak om deze achterstand te detecteren en zo goed mogelijk te counteren bij hun leerlingen. Immers, één van de belangrijkste parameters voor het fysiek actief zijn nu en - waarschijnlijk ook - op latere leeftijd is de motorische vaardigheid van kinderen. De belangrijkste plaats waar kinderen deze vaardigheden leren zijn de lessen lichamelijke opvoeding. Voor vele - zeker kansarme - kinderen, is dit de enige plaats waar ze kwalitatieve motorische instructie van een expert krijgen. Lessen lichamelijke opvoeding schrappen verhindert een grote groep kinderen de nodige competenties te ontwikkelen die hen helpen een fysiek actieve levensstijl te ontwikkelen.

 

 

Leen Haerens,

Hoofddocent Sport Pedagogiek aan de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de UGent.

Met enige verbazing las ik de suggestie van collega Wouter Duyck om bij het begin van volgend schooljaar keuzes te maken tussen vakken om gericht te remediëren. Zo werd bij wijze van illustratie de suggestie geponeerd om de lessen LO tijdelijk te schrappen voor leerlingen die moeite hebben met lezen, zodat deze leerlingen meer uren kunnen besteden aan lezen. Collega Wouter Duyck gaat hier voorbij aan een aantal essentiële onderwijskundige principes en wetenschappelijke bevindingen.

Ten eerste, tonen tientallen wetenschappelijke studies aan dat kinderen zich langer kunnen concentreren en betere leerprestaties neerzetten als ze meer bewegen. Het is dus helemaal niet zo zeker dat het vervangen van een uurtje bewegingsopvoeding door een extra uurtje lezen het gewenste leerresultaat zal teweegbrengen, wel integendeel. Een extra uurtje bewegen lijkt hier meer aangewezen!

Ten tweede, is het nog maar sterk de vraag hoe leraren en ouders kinderen zullen kunnen blijven motiveren om te lezen, wanneer ze hiervoor de vakken moeten missen waar ze het sterkst in zijn. Misschien ben jij ook al eens leesouder in het tweede leerjaar geweest? Dan heb je wellicht aan den lijve ondervonden hoeveel inspanning een halfuurtje lezen van sommige kinderen vraagt. Het is dus nog maar de vraag of je het enthousiasme voor lezen aanwakkert door extra uurtjes lezen in te lassen? Is het niet juist krachtiger om in te zetten op de sterktes van kinderen?

De suggestie om een uurtje bewegingsopvoeding te vervangen door een uurtje lezen gaat tot slot ook volledig voorbij aan de talrijke én prachtige praktijkvoorbeelden van leraren bewegingsopvoeding die spelenderwijs aan de talige ontwikkeling van kinderen werken. Een les bewegingsopvoeding biedt tal van kansen om kinderen taalvaardigheid bij te brengen! Denk maar aan kleuters die via beweging begrippen zoals boven, onder, op, naast, eerste, laatste,… ontdekken. En leerlingen lager onderwijs die binnen een les bewegingsopvoeding tekst en pictogrammen interpreteren wanneer ze met taakkaarten of kijkwijzers aan de slag gaan. Geen enkele leerachterstand rechtvaardigt het schrappen van beweging. Een veel belangrijker vraag is hoe een leerachterstand voor de vaardigheid ‘lezen’ bij een leerling kan geremedieerd worden binnen de bredere schoolcontext zonder hierbij leesmoeheid bij de leerling te veroorzaken.

Kortom, ook ik ben opgelucht dat kinderen en jongeren op 1 september terug naar school kunnen, ook ik ben voorstander van kennisdeling tussen leraren, van digitaliseren, differentiatie en formatief toetsen. Maar het in de weegschaal leggen van verschillende vakken is niet meer van deze tijd! Laat de school de rijke omgeving blijven waar kinderen hun sterktes leren ontdekken, waar leraren over vakken heen samen werken, zodat leerlingen niet louter op cognitief, maar ook op sociaal, muzikaal, affectief, creatief en fysiek vlak kunnen door-ontwikkelen.

 

 

« Terug

Sluiten